Berichten

De loonkloof tussen de top en de gewone werknemer is iets verkleind: bestuurders verdienen niet langer 6,1 keer zoveel, maar 5,9 keer zoveel ten opzichte van de doorsnee werknemer. Toch blijft de salariskloof in bepaalde sectoren onverminderd groot.

Het bruto jaarsalaris van de vijf topverdieners bij de duizend grootste bedrijven in Nederland was vorig jaar 5,9 keer zo hoog als het gemiddelde voltijdloon bij het desbetreffende bedrijf, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de periode tussen 2010 en 2017 was het loonverschil nog opgelopen naar 6,1.

De loonkloof varieert per sector. In de zorg en in het onderwijs is die het kleinst, maar in de informatie en communicatie is die juist relatief het hoogst. De discutabele eer van de grootste loonkloof gaat naar de handel, waar de top gemiddeld 11,2 keer zoveel verdient als de doorsnee werknemer bij hetzelfde bedrijf. Dat enorme verschil wordt volgens het CBS met name veroorzaakt door het grote aantal jongeren dat in de sector actief is.

Bestuurders verdienen bij honderd van de duizend bedrijven, veelal particuliere bedrijven, meer dan tien keer zoveel als de gemiddelde werknemer. Bij overheidsinstellingen is de loonkloof slechts een factor 2. De wet normering topinkomens schrijft namelijk voor dat topfunctionarissen in de publieke sector maximaal 201.000,- euro per jaar mogen verdienen.

Vrouwen aan de top
De topbestuurders zijn voornamelijk mannen, al neemt het aantal vrouwelijke grootverdieners gestaag toe: van 17 procent in 2010 naar 26 procent in 2020. Bij 163 van grote bedrijven, voornamelijk bedrijven in de zorg, vormen vrouwen de meerderheid van de vijf topverdieners. De top van drie grote bedrijven is uitsluitend vrouw—een nog altijd mager aantal in vergelijking met de 313 grote bedrijven die uitsluitend worden bestuurd door mannen.