Berichten

Het aantal afgesloten cao-akkoorden is dit jaar vooralsnog opvallend laag. Daar waar er normaliter rond deze tijd van het jaar zo’n 70 akkoorden zijn bereikt, betreft dat aantal nu slechts 43. Vakbond FNV wijst met de beschuldigende vinger naar werkgevers. “Zij misbruiken de crisis.”

Van supermarkten tot transportbedrijven en textielwasserijen tot metaalverwerkers: bijna de helft van alle medewerkers die onder een cao vallen, werken bij bedrijven in sectoren waarin de cao is verlopen. Een nieuwe loonsverhoging laat in veel gevallen, mede door de coronacrisis, nog lang op zich wachten.

De onderhandelingspartijen geven elkaar de schuld van het gebrek aan afgesloten cao-akkoorden. Werkgeversorganisatie AWVN noemt de door vakbond FNV genoemde loonsverhoging van 5 procent als voornaamste oorzaak, maar laatstgenoemde wijst juist met de beschuldigende vinger naar de werkgevers. FNV-vicevoorzitter Zakaria Boufangacha vindt dat zij “de crisis misbruiken” en zegt dat werkgevers “ook in sectoren waar het goed gaat de kaart trekken dat er geen loonruimte is. Dat typeert dit cao-seizoen, dat werkgevers de crisis als gelegenheidsargument gebruiken.”

Cao-akkoorden die wél dit jaar zijn afgesloten, bevatten een lagere loonstijging in vergelijking met die van vorig jaar, toen de stijging zo’n drie procent betrof. Dit jaar gaat het vooralsnog om een loonstijging van een kleine twee procent.

Staking
De door de FNV voorgestelde loonsverhoging van vijf procent wordt vooralsnog nergens gehaald. Mede daardoor dreigen er in steeds meer sectoren acties. In de metaalsector leggen werknemers komende week voor de twaalfde week op rij hun werk neer. Ook bij de glasfabriek O-I in Maastricht werd er afgelopen maand regelmatig gestaakt.