Berichten

Kinderopvanglocaties brengen de kosten als een gevolg van de inflatie en personeelstekorten flink omhoog — zo hoog dat een groot aantal werkende ouders overweegt om minder te gaan werken of zelfs helemaal te stoppen met werken. “Veel ouders, met name met een laag inkomen, weten niet wat er op ze afkomt.”

De tarieven gaan in de kinderopvang met ingang van volgend jaar met gemiddeld 10 procent omhoog. Bij grote kinderopvanglocaties zal de kostenstijging zelfs rond de 12 procent uitkomen. De kinderopvangtoeslag stijgt daarentegen niet mee: het Centraal Planbureau ging bij het berekenen van de maximumuurtarieven in de kinderopvang nog uit van een stijging van 5,6 procent, dus is dat het percentage waarmee de toeslag in 2023 zal toenemen.

De beperkte compensatie is voor een groeiende groep werkende ouders onvoldoende. Volgens Boink, de belangenvereniging van ouders in de kinderopvang, is er een groot aantal dat serieus de optie overweegt om minder te werken, te stoppen met werken of de kinderen een dag minder naar de opvang te brengen. “We horen het ontzettend vaak”, zegt een woordvoerder. “Er zijn ook nog veel ouders, met name met een laag inkomen, die niet eens weten wat er op ze afkomt. Het is allemaal ingewikkeld en de gevolgen ervan beginnen nu pas duidelijker te worden.”

Toegankelijkheid
De duurdere opvang staat lijnrecht tegen de oproep van de overheid om meer te werken, terwijl kinderopvanglocaties vrezen dat de noodgedwongen prijsstijging ten koste zal gaan van de toegankelijkheid. Het kabinet wordt daarom alsnog opgeroepen om het maximale uurtarief voor kinderopvangtoeslag gelijk te trekken met de werkelijke kosten van kinderopvang.