Berichten

Het inkomen van bestuursvoorzitters van grote bedrijven is door hoge bonussen het afgelopen jaar fors toegenomen, meldt de Volkskrant op basis van onderzoek. Het loon van de gemiddelde werknemer is aanzienlijk minder hard gestegen, met als gevolg dat de loonkloof tussen top en werkvloer verder is gegroeid.

De cao-lonen zijn het afgelopen jaar met 2,2 procent gestegen en de basissalarissen met iets minder dan 10 procent. Tegelijkertijd is de beloning in het topbestuur met maar liefst 32 procent toegenomen, gemiddeld zo’n 2,8 miljoen euro. Bestuursvoorzitters verdienen hierdoor gemiddeld 40 keer zoveel als de gemiddelde werknemer. Een jaar eerder was dit nog 35 keer zoveel.

De fors gestegen beloningen zijn een gevolg van het herstel van de coronacrisis. Veel bedrijven herstelden namelijk sneller dan aanvankelijk werd verwacht. De toename zit hem met name in de jaarbonussen en de waarde van aandelenpakketten, die beide ongeveer zijn verdubbeld.

Kritiek
De koppositie van de lijst met best beloonde bestuursvoorzitter wordt ingenomen door Lucian Grainge, de Britse baas van Universal Media Group (UMG) dat afgelopen jaar in Amsterdam naar de beurs ging. De bonussen voor de succesvolle beursgang leverde de topbestuurder een beloning van maar liefst 274,3 miljoen euro op. De bonus, een Nederlands record, leverde destijds veel kritiek op omdat deze “on-Nederlands, buiten proportie en ordinair hoog” zou zijn. De top drie wordt verder aangevuld door de topmannen van Booking en techinvesteerder Prosus, die op gepaste afstand volgen met bonussen van respectievelijk 24,9 miljoen euro en 22,9 miljoen euro.

Onzekerheid
De groeiende loonkloof tussen top en werkvloer werd eerder dit jaar al geconstateerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Cijfers tonen namelijk aan dat de vijf best betaalde werknemers bij de duizend grootste bedrijven van Nederland het afgelopen jaar 6,3 meer verdienden dan de doorsnee medewerker, de hoogste factor sinds het CBS in 2010 met de metingen begon. Werkgeversvereniging VNO-NCW noemt met name de door beurskeursen gestegen waarde van aandelenpakketten “te groot” in een “onzekere tijd waarin veel huishoudens en ondernemers het zwaar hebben”.