Berichten

In de afgelopen drie maanden besloten ruim 300.000 mensen in Nederland van baan te veranderen. Dat aantal komt neer op bijna 4 procent van alle werknemers. Dat lijkt een gigantische hoeveelheid, maar het is aanmerkelijk minder in vergelijking met hetzelfde kwartaal in 2022. Toen switchte bijna 5 procent van de beroepsbevolking van baan. In mensen waren dat er zo’n 50.000 meer. Dat blijkt uit recente cijfers van het CBS.

De belangrijkste reden van de daling is de afname van de krapte op de arbeidsmarkt. Het motto ‘bevalt de baan, neem je toch gewoon een andere werkgever’ is dus steeds minder van toepassing.

De werkgeversorganisatie AWVN kwam in de lente van dit jaar ook al met het bericht dat werknemers honkvaster aan het worden waren. Die zag ook wel een afname van de arbeidsmarktkrapte, maar constateerde ook dat acht van de tien werkgevers nog steeds moeite heeft om aan geschikt personeel te komen. Met name in de ICT, de techniek en de productie blijft de zoektocht naar werknemers een zware. In de ogen van de AWVN is de relatieve afkoeling van de arbeidsmarkt meer te wijten aan de economische onzekerheid (mede als gevolg van Trumps tariefoorlog) en berichten over bedrijfssluitingen, met name in de industrie.

Niet in alle sectoren

Niet overal daalde de afgelopen jaren het aantal baanswitchers. In de dienstverlenende, agrarische en pedagogische beroepen werd en wordt nog steeds vaak van baan veranderd. De afname was vooral te zien in de commerciële, de administratieve en logistieke sectoren. Verkoopmedewerkers, receptionisten en chauffeurs van auto’s, taxi’s en bestelwagens toonden zich een stukje honkvaster dan voorheen.

Hoe korter in dienst…

Wie maar net in dienst was, bleef de afgelopen maanden vaker bij zijn werkgever dan de startende kracht in 2022 deed. Feit blijft wel dat deze groep werknemers in vergelijk met alle andere groepen nog steeds het vaakst van werkgever verandert. Van de werknemers die korter dan een jaar bij hun vorige werkgever werkten, wisselde ruim 7% in het tweede kwartaal van 2025 van baan. Drie jaar eerder was dat ruim 9 procent.